Algemene Diereninfo

Reptielen (reptilia) zijn koudbloedige (ectothermisch), gewervelde dieren die al meer dan 300 miljoen jaar op aarde rondlopen, dankzij hun perfecte aanpassingsvermogen zijn ze zelfs nu nog op aarde te vinden. We kennen ongeveer 4500 soorten hagedissen, 3000 soorten slangen waarvan ongeveer 10% giftig, 220 soorten schildpadden en 20 soorten krokodillen.  

De grootste hagedissensoort is de komodovaraan (varanus komodoensis), deze bereikt een lengte van ongeveer 3,5 meter. 
De grootste slangensoort is natuurlijk de groene anaconda (eunectes murinus) met een gemiddelde van 15 meter. 
De grootste schildpad is de lederschildpad, die een lengte van ongeveer 3 meter bereikt. 
De grootste krokodillensoort, en tevens ook het grootste reptiel is de zeekrokodil, deze bereikt een lengte van ruim 8 meter. 

De reptielen zijn gemakkelijk te herkennen aan het feit dat hun huid bedekt is met schubben, deze hebben meerdere functies. Het beschermd de huid, houdt vocht vast en is ook nog eens waterdicht. De dieren ademen, net als wij mensen, door de longen. De meeste reptielen leggen eieren, dit zijn niet eieren zoals die van een vogel met een kalkschaal. De schaal van reptieleneieren voelt een beetje leerachtig aan, dit houdt het vocht goed vast. Echter, er zijn ook reptielen die ei-levendbarend (ovovivipaar) zijn, dit betekent dat het eitje in de buik open gaat het de jongen via de cloaca naar buiten komen. Het voordeel hiervan is dat de jongen meteen kunnen vluchten voor roofdieren. 

Zoals net al gezegd, zijn reptielen koudbloedig, Zoogdieren en vogels zijn warmbloedig. Dat betekent dat zij energie uit voedsel gebruiken om hun eigen lichaam lekker warm te houden. De thermostaat van warmbloedige dieren staat meestal warmer ingesteld dan de omgevingstemperatuur. Ook ons menselijke lichaam is met een gemiddelde temperatuur van 37 graden Celsius normaal gesproken warmer dan onze omgeving.

Koudbloedige dieren (reptielen, amfibieën, vissen en geleedpotigen) hebben niet zo’n kacheltje. Ze zijn daarom net zo warm of koud als hun omgeving. Dat heeft voor- en nadelen. Een nadeel is dat ze traag worden als ze het koud hebben. Om actief te worden moeten ze eerst opwarmen. Maar zo’n inwendig kacheltje kost ook veel energie. Koudbloedige dieren hebben dus het voordeel dat ze minder energie gebruiken en minder hoeven te eten.

 


Sauria - Hagedissen

Physignatus Lesseurii, Australische wateragaam

Naam: Australische wateragaam Latijnse naam: Physignathus lesueurii  Herkomst: Australie
Lengte: 70-100 cm

 

Deze Australische hagedis komt vooral voor in de buurt van oevers en meren. Zoals de naam al doet vermoeden is het een soort dat ontzettend goed zwemt. Hierbij leggen ze hun voorpoten tegen het lichaam op en gebruiken ze hun staart om te roeien. Ze leven relatief hoog, dat wil zeggen in bomen, meestal op een tak boven het water want wanneer ze zich dan bedreigd voelen springen ze het water in voor de veiligheid. Deze dieren kunnen ongeveer een half uur onder water blijven. Het is een middelgrote tot grote hagedissensoort. Ze worden 18 tot 21 jaar oud. De dieren zijn beschermd in Australie en mogen dus niet meer geimporteerd worden. In Europa worden de dieren wel nog gekweekt in gevangenschap. De dieren zijn heel actief.


Pogona Vitticeps, baardagaam

Naam: baardagaam
Latijnse naam: Pogona Vitticeps
Herkomst: Australie
Lengte: 50 cm

 

Deze middelgrote hagedis komt voor in Australie waar ze halfwoestijnen en droge bossen bewonen. Baardagamen zijn alert, vriendelijk, actief en echte zonaanbidders, ze kunnen urenlang in de zon liggen. Baardagamen worden voor reptielen ontzettend tam. Ze kunnen eraan wennen om opgepakt te worden en geaaid te worden, echter, blijven het natuurlijk wel wilde dieren en hebben ze toch echt hun warmte en UV-lamp nodig. Ze zijn gewend aan temperaturen rond de 40 graden. Baardagamen worden 11 tot 15 jaar.